Lager onderwijs

Het klasgebeuren en daltonwerking in de lagere school
Het klasgebeuren in het 1e leerjaar ‘De Pinguins’

In het eerste leerjaar leren de kinderen lezen, rekenen en schrijven.
De leestechniek in het eerste leerjaar wordt aangeleerd met behulp van de nieuwste versie van de leesmethode “Veilig leren lezen”. Deze methode is zeer aantrekkelijk voor de kinderen: we vertrekken van verhaaltjes in het reuzenleesboek, waarbij telkens een woord centraal staat, van structuurstroken, om de nieuwe letter te herkennen tussen de reeds gekende letters, van het klikklakboekje om op creatieve wijze nieuwe woorden te maken met reeds gekende letters en van de leesboekjes met hun werkboekjes.

Voor rekenen wordt er gewerkt met de methode ‘Kompas”. Ook bij het rekenonderwijs wordt er veel gebruik gemaakt van verschillend materiaal.Uitstappen kaderen vaak in een thema. Zo gaan we naar toneel van de Kopergietery, gaan we op stap met schapen, brengen we een bezoekje aan de stadsbibliotheek, gaan we naar het park, bezoeken we regelmatig het ‘Kina huis’,…..

De grootste uitstap van het jaar blijft ongetwijfeld de driedaagse GWP of geïntegreerde werkperiode die om de 2 jaar plaats vindt.

Bij de aanvang van het schooljaar krijgen de kinderen een materialenlijst mee en worden de ouders van de werkwijze en afspraken in het eerste leerjaar door de juf, op de hoogte gebracht. Deze infoavond vindt ook plaats in juni voor de ouders van de derde kleuterklas.
Groetjes en steeds welkom in het eerste leerjaar!
Juf Els en ‘de pinguins’


De daltonwerking  in het 1e leerjaar ‘De Pinguins’

In de eerste graad leren de kinderen naast ‘ samenwerken’ en ‘zelfstandig werken ‘ ook ‘ verantwoordelijkheid nemen’.
We streven deze 3 belangrijke pijlers van Dalton ook naast de taakuren na doorheen de hele schoolwerking.
Leerlingen van het eerste leerjaar werken tijdens het taakuurtje met een takenbord. Op dit bord hangen een aantal taken die zij op het einde van de week moeten gemaakt hebben. Leerlingen moeten in de eerste plaats zelfstandig een opdracht maken. Wanneer een leerling voor een probleem komt te staan, plaatst hij zijn vragenkoker met het vraagteken naar boven. Ondertussen proberen ze verder te werken aan een andere oefening. Hierdoor stimuleren we de uitgestelde aandacht. Wanneer de leerkracht langskomt en de vraag opgelost is, gaat de vragenkoker terug op rood.

Naast dit alles werken we ook met de geluidskaarten (de bollen of verkeerslicht). Wanneer deze op rood staat is de juf ‘bezet’ en moeten ze zelfstandig aan de slag. Bij oranje mogen ze hulp vragen aan hun maatje, die iedere week veranderd. Bij groen mogen ze bij iedereen langsgaan met hun vraag.

De leerlingen genieten van de vrijheid om zelf te kiezen met welke taak ze beginnen. Op vrijdag echter moeten alle taken afgewerkt zijn. Elke dag heeft zijn eigen kleur. Zo hebben wij oranje, groene, blauwe en rode magneten. Wanneer een leerling een taak kiest plaatst hij de magneet met de kleur van die dag onder zijn gekozen taak. Op deze manier kan je als leerkracht in één oogopslag zien welke taken door welke leerling al werden gemaakt. In het takenpakket komen naast schriftelijke opdrachten ook heel veel educatieve spelletjes, werken aan de computer, bouwen met lego, kleien, parels rijgen,….. aan bod. In het tweede leerjaar wordt gewerkt met een takenrups. Elke dag, behalve op woensdag, krijgen de leerlingen een takenblad. Ook hier genieten de leerlingen de vrijheid om te kiezen met welke taak ze beginnen. Als de verplichte basistaken afgewerkt zijn hebben de leerlingen een aanbod aan keuzetaken. Bouwen met lego, computerwerk,educatieve spelletjes,…. Uiteraard vraagt deze manier van werken tijd. Dit leer je niet zomaar! Belonen is dan ook heel belangrijk!!! We zijn ervan overtuigd dat deze vorm van werken ,naar verloop van tijd, alleen maar positief is voor de kinderen.

Het klasgebeuren in het 2e leerjaar De Zwaluwen

In het tweede leerjaar bouwen we verder op de leerstof van het eerste leerjaar. De leerlingen leren rekenen tot 100 en de tafels worden aangebracht. In de klas wordt er sterk gedifferentieerd met verschillende materialen en werkvormen.

Voor taal en spelling werken we vanaf het tweede leerjaar met de methode ‘Tijd Voor Taal’. Voor lezen krijgen de leerlingen een leesmapje mee waar iedere week een nieuwe tekst wordt aangeboden. Deze tekst wordt later op de week in de les behandeld. De kinderen lezen in verschillende niveaugroepen. Ook begrijpend lezen komt vaak aan bod.

De hoofdletters worden aangebracht en de spellingsregels verder uitgediept. Elke week onderzoeken we een nieuw woordpakket en elke vrijdag is het dictee.

In de lessen WO komen verschillende thema’s aan bod waarbij we steeds vertrekken van de leefwereld van het kind. Vaak staan er ook korte uitstappen op het programma: een zoektocht door het Citadelpark, een verkeerswandeling rondom de school, een bezoek aan het Huis van Kina, …

De daltonwerking in het tweede leerjaar

In het tweede leerjaar werken de leerlingen met een taakbrief. Ook hier genieten de leerlingen de vrijheid om te kiezen met welke taak ze beginnen. De dagkleuren blijven ze gebruiken.

Als de verplichte basistaken afgewerkt zijn hebben de leerlingen een aanbod aan keuzetaken. Bouwen met lego, computerwerk,educatieve spelletjes,…. Uiteraard vraagt deze manier van werken tijd. Dit leer je niet zomaar! Belonen is dan ook heel belangrijk! We zijn ervan overtuigd dat deze vorm van werken, naar verloop van tijd, alleen maar positief is voor de kinderen.

Het Daltonbord gebruiken de leerlingen om aan te duiden dat ze een taak hebben afgewerkt en hoe ze die hebben ervaren door middel van een groene of rode smiley. Zo heeft de leerkracht zicht op de vorderingen van het kind.

In de takenbundel komen de verschillende domeinen aan bod: rekenen, taal, wereldoriëntatie en muzische vorming. Deze taken zijn steeds op het niveau van het kind.
Het klasgebeuren in het 3de & 4de leerjaar – leefgroepen ‘de Paradijsvogels & ‘de Flamingo’s’

In onze klas leren kinderen initiatief nemen en hun creativiteit ontwikkelen. Dat schenkt hen en mij meer voldoening dan dat ik hen een vooraf ingestudeerd lesje moet afdreunen. De kinderen zijn actief bezig zodat het nooit echt ‘saai’ wordt op school. Dat actief bezig zijn vertaalt zich bij ons in contractwerk. De leerlingen krijgen iedere week een contract waar zij dagelijks een uurtje aan mogen werken. Het plannen en uitvoeren ervan wordt grondig bijgehouden door de kinderen en door de juf.
In het derde leerjaar leren de kinderen hoofdrekenen en cijferen tot 1000. Hierbij voorziet de rekenmethode gedifferentieerde werkbladen.
De taalmethode biedt wekelijks een woordenrij aan die de leerlingen instuderen en waar zij dan een dictee van afleggen.
In het vierde leerjaar leren de kinderen hoofdrekenen en cijferen tot honderdduizend. Ook de breuken en de kommagetallen komen aan bod in het vierde leerjaar. Zo leren zij rekenen met kommagetallen tot op 0,001 en leren zij het verschil tussen gelijknamige en gelijkwaardige breuken.
Voor taal worden de spellingsregels weer verder uitgediept en ingeoefend.
De lessen WO zijn zowel voor het derde als vierde leerjaar hetzelfde. We proberen zoveel mogelijk de leefwereld van de kinderen in deze lessen te verwerken.

Gedurende ieder schooljaar werken we met alle klassen van de school enkele projecten uit (MOS, mode, gezonde voeding,…). Iedere maandag, dinsdag en donderdag krijgen we huiswerk maar het is nooit veel. Ook doen wij iedere maand mee met de leerlingenraad. O
We gaan eenmaal per jaar op GWP. Dit jaar maken we Durbuys voor de tweede keer onveilig samen met leefgroep 3. Wat we daar allemaal beleven is teveel om hier allemaal op te schrijven, maar dat het fun is dat is zeker!!!!

De daltonwerking  in de leefgroepen  ‘de Paradijsvogels & ‘de Flamingo’s’

In onze klas leren kinderen initiatief nemen en hun creativiteit ontwikkelen. Dat schenkt hen en mij meer voldoening dan dat ik hen een vooraf ingestudeerd lesje moet afdreunen. De kinderen zijn actief bezig zodat het nooit echt ‘saai’ wordt op school. Dat actief bezig zijn vertaalt zich bij ons in taakwerk. De leerlingen krijgen iedere week een taakkaart waar zij dagelijks een uurtje aan mogen werken. Het plannen en uitvoeren ervan wordt grondig bijgehouden door de kinderen en door de juf. De kinderen krijgen iedere maandag een taakkaart, dat is gewoon een blad met daarop verschillende taken geschreven. De kinderen duiden aan hoe ze de taak gemaakt hebben en wanneer ze die gemaakt hebben.
Eenmaal klaar dan mogen de kinderen een symbooltje bij hun naam en taak hangen aan het takenbord.
De kinderen mogen iedere dag een uurtje aan deze taak werken (op vastgelegde tijdstippen) alleen de woensdag is er geen taakwerk. Op vrijdag moeten alle taken klaar zijn.

Wat met een probleem? De kinderen hebben per dag een maatje in de klas. Aan die persoon mogen zij die dag uitleg vragen. Kan het maatje ook niet helpen dan zetten ze hun foto in de boemerang. De leerlingen werken dan verder aan een andere taak, de leerkracht komt dan later eens langs om het probleem samen op te lossen. Is het probleem opgelost dan mag de foto weg. Naast de verplichte taken komen er ook leuke spelletjes, werken aan de computer, bouwen met bouwmateriaal, parels rijgen, naaien,… aan bod. Deze manier van werken zorgt ervoor dat kinderen zin krijgen voor zelfstandigheid, samenwerken en verantwoordelijkheid. Belangrijke eigenschappen om goed te functioneren in onze maatschappij.

Breng ons dus maar eens een bezoekje…


Het klasgebeuren in het 5de en 6de leerjaar – leefgroepen “de Kraanvogels” & “de Torenvalken”

  • NEDERLANDS: Heel veel doelstellingen van Nederlands zitten impliciet verweven in de lessen WO. Natuurlijk zijn er ook heel wat onderwerpen die specifiek worden aangesneden zoals spelling. Wekelijks is er dictee van het woordpakket, waarin ook transferwoorden zijn opgenomen. Om de 2 weken is er een boekenronde. Lezen is sterk aanwezig in de 3de graad.
  • WISKUNDE: We werken met de methode Kompas. Beide leerjaren krijgen dezelfde basisinstructie en daarna krijgt elk jaar afzonderlijk een uitbreidingsles. Deze wijkt voor elk leerjaar af van de basisles. Er wordt ook wat afgemeten, afgewogen, grafieken gemaakt,…De link met de WO-lessen is immers niet ver weg.
  • FRANS: Vanaf het vijfde leerjaar is Frans een nieuw vak. Étoile Cartier is een nieuwe fijne methode waarin authentiek Franse communicatiesetting worden geïncorporeerd. Beide leerjaren krijgen afzonderlijk les. De klemtoon ligt op luisteren, begrijpen en spreken. Elke week is er een kleine toets Frans.
  • MUZISCHE VORMING: Alle domeinen binnen dit vak komen gevarieerd aan bod. Zowel zang, muziek, drama, knutselen, omgaan met media.

Media is vaak een domein die stiefmoederlijk wordt behandeld. Maar omdat de Torenvalken geboren  zijn in het mediatijdperk is het onze taak een poging te doen bij het helpen ontwikkelen van een kritische blik op de verschillende media en de mogelijkheden ervan. (een stop-motion filmpje maken, foto’s bewerken, een collage maken van muziek en beeld,…). De opdracht wordt uitgelegd en wordt binnen taakwerking uitgevoerd.

  • WERELDORIËNTATIE: De thematische lessen WO derde graad worden over twee jaar gespreid en zijn zowel voor het vijfde als zesde leerjaar hetzelfde. Naast deze thematische lessen wordt er ook projectmatig gewerkt. Het onderwerp wordt democratisch door de klas gekozen en uitgewerkt. Bepaalde criteria worden opgelegd (vb.: kadert in het leerplan, het moet een vraag/probleem zijn,…). Daarnaast kunnen leerlingen ook kiezen om een mini-project uit te voeren binnen de Daltonuren.
  • ICT: De 3de graad maakt zelf een klasblog. Artikels worden geschreven, foto’s worden gedownload, ook filmpjes worden op de blog gezet,…Alles wat we in de klas doen heeft vaak een extra waarde omdat het wordt gedeeld met de buitenwereld. Daarnaast hebben de leerling altijd de mogelijkheid om leerstof en vaardigheden te oefenen via het gebruik van internet of CD-roms.
  • DALTONWERK/TAAKWERK:
  • Leerlingen nemen bezit van de school om actief bezig te zijn volgens bepaalde leefregels. Zowel de gang, de leraarskamer, de atelierruimte, de klas, de refter, het nestje,…kunnen gebruikt worden als werkplek binnen de Daltonuren.
  • In de tweede en derde graad werken de leerlingen met een taakbrief. Zij plannen zelfstandig hun taken voor de hele week met behulp van de dagkleuren. Wanneer ze de taak afgewerkt hebben, geven ze ook dit aan met de dagkleur. Op die manier kunnen de kinderen en de leerkracht de planning controleren. Kinderen geven via smileys aan of ze de taak leuk/ niet leuk vonden en of ze vonden dat het goed ging of niet. Wanneer ze zelf moeilijkheden ondervinden, moeten ze zelf het initiatief nemen om hulp te vragen aan een medeleerling of een extra instructieles van de juf.
  • Deze manier van werken zorgt ervoor dat kinderen zin krijgen voor zelfstandigheid, samenwerken en verantwoordelijkheid. Belangrijke eigenschappen om goed te functioneren in onze maatschappij.
  • PROJECTWERKING: Ieder schooljaar zijn er enkele  klasoverstijgende projectweken. Heel de school werkt dan rond hetzelfde onderwerp. Daarbuiten worden er naast thematische WO-thema’s ook zelfgekozen klasprojecten en individuele mini-projecten uitgewerkt. Projecten zijn over het merendeel vakoverschrijdend. Het hele proces tot het eindproduct staat bij een project centraal. Beide onderdelen worden geëvalueerd door leerling en leerkracht.
  • VERJAARDAGEN: iedere verjaardag wordt er tijd uitgerokken voor het spelen van een verjaardagsspel. De spelen hebben naast hun louter animerende functie ook een groepsversterkende waarde.
  • KRINGEN
    • Boekenkring: om de 2 weken (in de zwemweek) is er op donderdag het eerste lesuur boekenkring. De leerlingen hebben telkens 2 weken de tijd om een boek uit te lezen. De keuze van het boek wordt bepaald door bepaalde criteria (onderwerp dat past bij een WOthema/project, (non)fictie, de historische tijd, vrije keuze…). In het begin van de week, worden de meegebrachte boeken doorgegeven in de kring en ze worden besnoven en aangeraakt. We bekijken heel kort of het gekozen boek past binnen de opgelegde criteria. Er wordt heel kort over sommige boeken (geen inhoudelijke) vragen gesteld. Op de boekenkring wordt een leesbevorderingsspel gespeeld. De leerlingen moeten zich bijvoorbeeld inleven in een personage van hun boek en beantwoorden dan vanuit het gekozen personage verschillende vragen. De leerlingen hebben elke dag hun boek mee naar school. Het eerste kwartier op dinsdag en de donderdag wordt er samen in stilte gelezen.
    • Evaluatiekring: het laatste uur van elke vrijdag leent deze kring zich voor het evalueren van de week. De huishoudelijke taken, de taakwerking, de projecten, het leven in de klas,…wordt geëvalueerd en er word daarvan een verslag gemaakt. In dit beknopt verslag staan de problemen en de oplossingen, maar ook de ‘pluimen’ worden duidelijk vermeld.
    • Klasseraad:  Bij deze bijeenkomt worden onderwerpen voor de leerlingenraad besproken. Zoals de evaluatie van het verslag van de vorige leerlingenraad, de punten waar de groep voor ijvert, welke zaken beter kunnen, brainstormen,…

De 4 klasafgevaardigden nemen het verslag mee naar de leerlingenraad en verdedigen de punten vastgelegd door de Torenvalken.

    • Filosofeerkring: In deze kring leren de leerlingen elkaar en zichzelf beter kennen. De leerlingen leren te argumenteren, redeneren, van mening herzien, logisch nadenken en leren bovenal dat iedereen uniek is en andere standpunten kan hebben. Dat er geen goede of foute antwoorden zijn.
    • Mini-project-kring: Tijdens taakwerk nemen sommige leerlingen het initiatief om een vraag of probleem binnen een mini-project te onderzoeken. De resultaten worden voorgesteld in deze kring.
    • Actua-kring: de journalist brengt wekelijks verslag uit van het wereldnieuws en dit wordt besproken binnen de kring.
  • TUSSENDOORTJES: De overgangen tussen lessen of het einde van de dag worden vaak met een spelletje opgevuld. De spelletjes hebben als doel even de focus van het werk op iets anders te leggen. Bewegen, tot rust komen, zingen, dansen, klappen, zoeken, …een gevarieerd aanbod om onze hersenen, onze schrijfvingers, onze rug,… even te laten herademen.
  • EVALUATIE
    • Zelfverbetering: de leerlingen nemen verantwoordelijkheid over hun eigen leerproces door hun taken zelf te verbeteren door middel van correctiesleutels. Wanneer ze een fout ontdekken duiden ze dit aan met een groen bolletje. Ze gaan terug naar hun plaats en proberen nogmaals de opgave correct uit te voeren. Indien de correctiesleutel een tweede keer aantoont dat de opgave nog steeds foutief werd gemaakt, schrijven ze de oplossing over en vragen ze hulp aan een ander. Ze kunnen te rade gaan  bij de ‘talentenboom’ om de meest geschikte helper te vinden.
    • Zelfevaluaties: bepaalde vaardigheden en kennisgebieden worden geëvalueerd door middel van evaluatielijsten. Via deze lijsten krijgen zowel de leerling als de leerkracht een beter zicht op wat reeds verworven is en waaraan nog gewerkt kan worden.
    • Rugzakjes-lijsten: Dit zijn lijsten binnen het vak WO. De leerlingen stippen zelf doelen aan die ze denken bereikt te hebben binnen een thema of een project. Ook voor de leerkracht is er plaats voorzien om die leerling te evalueren. Is er overeenstemming of heeft iemand van de twee partijen een vervormd beeld?
    • Rapport: op geregelde tijdstippen wordt een rapport meegegeven. Het rapport omvat zowel punten voor kennisgebieden als voor vaardigheden. De punten worden verkregen via observaties, evaluatielijsten en toetsen. Zowel goede als slechte cijfers worden individueel besproken met het kind. De leerling neemt initiatief om een hulpvraag te stellen tijdens deze individuele evaluatiemomenten. De leerlingen van de derde graad krijgen veel meer verantwoordelijkheid over hun eigen leerproces.
  • TALENTENBOOM: De talentenboom in de klas is een visueel hulpmiddel waarbij de talenten van iedereen van de klas worden opgehangen. De talenten worden gekaderd binnen de meervoudige intelligenties.
  • HUISWERK: In principe hebben de leerlingen elke dag 30 min. huiswerk. Huiswerk wordt geïnterpreteerd in een ruime zin. Voorbeelden: elke dag lezen in hun boek voor de boekenronde, een spellingsles oefenen, een Franse les leren, een wiskundetoets voorbereiden, opzoekingswerk verrichten voor hun mini-project, kijken naar een nieuwsbericht, iets opzoeken op internet,….
  • GWP: We gaan om de twee jaar op GWP. De locatie of de inhoud is niet altijd hetzelfde. Dat maakt het voor de kinderen spannend, maar ook voor de leerkracht blijft het zo een uitdaging.

De daltonwerking bij leefgroepen “de Kraanvogels” & “de Torenvalken”

Daltontijd

Beide leerjaren van de torenvalken hebben per week ongeveer 9 uur daltontijd.

Taakbord

Wanneer een taak afgewerkt is, wordt dit aangegeven op het taakbord. Een leerling plaatst dan, naast zijn of haar naam, een passende smiley. Hiermee verwoordt de leerling of hij/zij deze taak al dan niet leuk vond. De leerkracht krijgt zo meteen ook een duidelijk overzicht van welke taken gemaakt zijn en hoe deze beoordeeld zijn. De Torenvalken krijgen taken binnen Nederlands (2u), Wiskunde (3u), Frans(1u), Muzische Vorming (1u) en Wereldoriëntatie(2u).

Weekplanning

De leerkracht hangt aan het begin van de week de planning op.

Zowel de vakken als de Daltonuren (taakwerking) worden op het bord aangegeven. Door deze weekplanning hebben de leerlingen niet alleen overzicht wanneer ze instructie krijgen en wanneer ze les lichamelijke opvoeding krijgen. Ze hebben ook overzicht over speciale activiteiten of uitstappen in deze week. De wijze waarop het bord is samengesteld (magnetisch whiteboard) maakt het mogelijk om gemakkelijk onverwachte wijzigingen aan te brengen. Deze voorspelbaarheid, ook wel transparantie genoemd, is typerend voor het Daltononderwijs.

Maatjesbord
Op het maatjesbord wordt aangegeven wie welk maatje heeft. Tweewekelijks wordt hier doorgeschoven en krijgt iedereen een ander maatje. Hierbij wordt ook leerjaaroverschrijdend gewerkt: een leerling van het vijfde leerjaar kan prima maatje zijn van een leerling uit het zesde leerjaar. De leerlingen zitten voor zover mogelijk telkens aan een bankeneilandje van 4 leerlingen. Dit maakt het eenvoudiger om bepaalde coöperatieve werkvormen te organiseren.

Verkeerslicht

Het verkeerslicht geeft aan op welk  niveau er in de klas gesproken mag worden en welke samenwerkingsvormen er gebruikt mogen worden.

  • Een rode bol = ik werk alleen ( + gebruik van vraag op de vragenkoker).
  • Oranje bol = maatjeswerk.
  • Groene bol = iedereen.

Huishoudelijke taak

Huishoudelijke taken zijn de klusjes en taken die noodzakelijk zijn voor het leven en werken in onze klas. Ze worden zelfstandig of met een maatje uitgevoerd door de kinderen, ten dienste van de klasgroep.

Maar deze huishoudelijke taakjes zijn in de derde graad veel meer dan de traditionele klastaken.

De huishoudelijke taken bieden een uitstekende gelegenheid om op zoek te gaan naar de talenten van de leerlingen. Talenten die veel breder zijn dan het gewone, vaak cognitief gerichte aanbod van leeractiviteiten.

Kinderen leren via de klastaken welke activiteiten ze graag en minder graag doen, voor welke activiteiten ze een natuurlijke aanleg hebben en welke taken hen minder goed liggen. De leerlingen kunnen van elkaar leren en onderling hulp bieden.

Met een talentenboom worden deze talenten gevisualiseerd

INTELLIGENTIEVELDENBENAMING OP KINDNIVEAUHUISHOUDELIJKE TAAK
Taalkundig (spreken, lezen, schrijven)woordslim
  • De klasmail checken
  • De klasbib op orde houden
  • Verslag maken van de klasseraad
  • Artikel schrijven voor op de klasblog of de nieuwsbrief
Logisch/mathematisch (analyseren, logisch denken, synthetiseren, gevoel/affeniteit voor cijfers)Rekenslim
  • Kasboek van de klaskas bijhouden
  • Aanwezigheidslijst invullen
  • Klascomputers aanzetten/afsluiten
Visueelruimtelijk (ruimtelijk nzicht, vorm, kleding, kleurgevoel)Beeldslim
  • De zithoek in het nestje ordelijk leggen
  • Postbode
  • Het gesorteerde afval wegbrengen
Muzikaal/ritmisch (muzikaliteit, stemgebruik/zang, ritmegevoel)Muziekslim
  • Beginnoot spelen op de blokfluit
  • Het lied inzetten
  • Tijdbewaker
Lichamelijk/motorisch (vrijheid van beweging, ritmegevoel, leren door doen)Beweegslim
  • Vegen
  • Ophaler/uitdeler
Interpersoonlijk (samenwerken, communicatie, relaties)Mensslim
  • Voorzitter van de kring
  • Bemiddelaar bij conflicten
Naturalistisch (ontleden/determinatie, gevoel voor planten en dieren, betrokkenheid bij de wereld)Natuurslim
  • De planten verzorgen
  • Journalist (volgt de actualiteit op en brengt mondeling verslag uit)

De leerlingen nemen alleen of met een maatje tweewekelijks een huishoudelijke taak op zich. Elke 2 weken verandert de huishoudelijke taak. Sommige huishoudelijke taken worden uitgevoerd tijdens de Daltonuren, andere taken worden uitgevoerd voor of na de lestijd.

Wekelijks wordt er in de evaluatiekring stilgestaan bij de huishoudelijke taken. Goed uitgevoerde taken krijgen een immateriële appreciatie.

Wanneer taken niet goed lopen, gaan we samen op zoek naar de oorzaak en proberen we als groep te helpen om de oorzaak weg te nemen.